Het is best opmerkelijk te noemen dat de eerste bluesopnames uit Baton Rouge, toch een gereputeerde stad en niet zo ver van New Orleans, pas van 1954 dateren, toen songsmid en labeleigenaar van Feature Records J.D. `Jay' Miller als eerste Lightnin' Slim opnam. Deze dubbelaar con-centreert zich op de blues- en rootsmuziek vanaf dan tot 1971, toen deze stijlen ver-smolten met meer hedendaagse.
"Ongeveer in chronologische volgorde" is een eerste indicatie van de rommelige samen-stelling. Bovendien raak je misleid door de foto van de cover van de veelgeprezen Excello-verzamelaar Swamp Blues', waar-mee deze dubbel-cd amper een song over-lapt. Dat Slim Harpo de uitvoerder van negen van de 57 nummers is en bijna een `best of op zich vormt met o.a. 'I'm A King Bee' en 'Baby, Scratch My Back' helpt evenmin. Voorts werd er ruimte gelaten voor toverversies van 'Boogie Chillun' (The Nitehawks) en 'I'm Evil' (Lightnin' Slim) die het origineel nooit naar de kroon steken.
Tegelijk wordt de weliswaar talrijke biogra-fische info slechts met mondjesmaat losge-laten doorheen de verschillende trackcom-mentaren. Het zijn maar enkele formaliteiten die deze schijfjes eerder geschikt maken voor wie de blues van Baton Rouge wil ontdekken of de tijd niet neemt om zelf een compilatie te maken. Zonde vanwege de schat aan pareltjes die er wél in zitten. De akoestische versie van 'Smokestack Lightning' door Clarence Edwards is heerlijk, Moses Smith (aka Whispering Smith) weet solo perfect te boeien op harmonica in 'Baton Rouge Breakdown', Robert Pete Williams ontroert in zijn ode `Goodbye Slim Harpo' en in `Who Broke The Lock' horen we een zeld-zame keer Butch Cage op fiddle. Namen als Lonesome Sundown, Raful Neal (vader van Kenny), Henry Gray, Silas Hogan of Sally Dotson (lonesome girl power) & Smoky Babe mogen we niet vergeten, maar het mag allemaal aantrekkelijker opgediend. Olivier Verhelst
Es ist ziemlich bemerkenswert, dass die ersten Blues-Aufnahmen aus Baton Rouge, einer renommierten Stadt und nicht so weit von New Orleans entfernt, auf das Jahr 1954 zurückgehen, als der Songschmied und Labelbesitzer von Feature Records J.D. `Jay' Miller erstmals als Lightnin' Slim aufnahm. Dieses Doppel konzentriert sich auf Blues und Root-Musik von damals bis 1971, als diese Stile mit zeitgenössischeren fusionierten.
"Ungefähr in chronologischer Reihenfolge" ist ein erster Hinweis auf die unordentliche Zusammensetzung. Außerdem werden Sie durch das Foto des Covers des gefeierten Excello-Sammlers Swamp Blues", mit dem diese Doppel-CD kaum ein Lied überlappt, in die Irre geführt. Auch die Tatsache, dass Slim Harpo neun der 57 Lieder interpretiert und mit u.a. 'I'm A King Bee' und 'Baby, Scratch My Back' fast ein `Bestes oder für sich allein stehendes Lied ist, hilft nicht weiter. Es gab auch Platz für magische Versionen von 'Boogie Chillun' (The Nitehawks) und 'I'm Evil' (Lightnin' Slim), die niemals wie das Original aussehen.
Gleichzeitig werden die zwar zahlreichen biographischen Informationen nur am Rande durch die verschiedenen trackcom-mentars losgelassen. Dies sind nur einige wenige Formalitäten, die diese Discs besser für diejenigen geeignet machen, die den Blues von Baton Rouge entdecken wollen oder sich nicht die Zeit nehmen, selbst eine Zusammenstellung zu machen. Es ist eine Schande wegen der Schatzkammer der Edelsteine darin. Die akustische Version von 'Smokestack Lightning' von Clarence Edwards ist entzückend, Moses Smith (aka Whispering Smith) weiß in 'Baton Rouge Breakdown' solo auf der Mundharmonika zu fesseln, Robert Pete Williams bewegt sich in seiner Ode 'Goodbye Slim Harpo' und in 'Who Broke The Lock' hören wir einen seltenen Butch Cage auf der Fiedel. Namen wie Lonesome Sundown, Raful Neal (Kennys Vater), Henry Gray, Silas Hogan oder Sally Dotson (Lonesome Girl Power) & Smoky Babe werden vielleicht nicht vergessen, aber es wird alles noch attraktiver serviert. Olivier Verhelst
